Toetsingsvoorwaarden voor het certificaat “Zwarte-Lichtenastroloog”.

 

Definitie Zwarte Lichten astrologie.

De Zwarte Lichten-astrologie maakt gebruik van:

En al deze bovenstaande onderdelen zijn onlosmakelijk verbonden met de structurele astrologie. (De definitie van de structurele astrologie is onderaan de toetsingsvoorwaarden toegevoegd.)

  

Toetsingsvoorwaarden

Het doel van de toetsing is om de volgende vaardigheden te toetsen:

 

Kandidaten kunnen op verschillende manieren instromen, zij die:

 

De toetsing bevat een aantal onderdelen:

    Deze duiding dient in astrologische taal gedaan te worden, het gaat er bij deze horoscoop om de  “technische” kennis, betekenissen, toepassingen     en vaardigheden van de Zwarte Lichtenastrologie te toetsen.

    Bij deze toetsing kan de kandidaat kiezen tussen een mondelinge of schriftelijke toetsing. Bij de keuze voor een schriftelijke toetsing dient het             schriftelijk verslag veertien dagen voor de toetsing in het bezit te zijn van de toetsingscommissie.

  

Kosten
De kosten van de toetsing bedraagt € 150,=

 

Aanmelding:
Bij aanmelding wordt de kandidaat verzocht een lijst in te dienen met de reeds gevolgde opleidingen en/of cursussen en/of workshops en/of de kandidaat aangesloten is bij een vakvereniging en welke vorm van lidmaatschap dit betreft. Is de kandidaat autodidact dan wordt gevraagd op welke wijze de kandidaat zich de stof eigen heeft gemaakt. Na beoordeling van deze lijst wordt door de toetsingscommissie of de kandidaat voor de toetsing in aanmerking komt. Aanmelden kan via: contact@vzla.nl
 

Voorwaarden  toetsing. 
In de toetsing worden de volgende kennis, betekenis, toepassing en vaardigheden getest:

 

Astrologie

  1. De achtbaan
  2. Proces Beest, Zuidknoop, Noordknoop, Draak
  3. Inzicht in de kwadranten van het Knopenkruis.

 

Astronomie

 

Consultvaardigheden.

De kandidaat krijgt binnen een week na toetsing te horen of men het certificaat heeft behaald, een herkansing heeft of gezakt is.

 

Indien de kandidaat een herkansing heeft dan krijgt de kandidaat een advies van de toetsingscommissie welke gevolgd dient te worden wil men voor de herkansing in aanmerking komen.

 

Indien de kandidaat geslaagd is, verplicht de kandidaat zich met het aanvaarden van het certificaat tot de volgende beroepsovereenkomst:

 

Indien blijkt dat de gecertificeerde zwarte lichtenastroloog ernstig nalatig is in bovengenoemde beroepsovereenkomst dan heeft het bestuur van de Vereniging Zwarte Lichten Astrologie het recht om het certificaat in te trekken.

 

Ter voorbereiding adviseren wij de volgende publicaties:

1)    De grote as van de Maanbaan

2)    De grote as van de Zonnebaan

3)    Achtbaan van de zwarte lichten

4)    Het knopenkruis, deel 1

5)    Het knopenkruis, deel 2

6)    Het knopenkruis, deel 3

Tevens adviseren wij het volgen van een opleiding/workshops over de zwarte lichten.

 

Al deze bovenstaande onderdelen zijn onlosmakelijk verbonden met de structurele astrologie. 

  

 DEFINITIE STRUCTURELE ASTROLOGIE

         Structuur is het onzichtbare in de energie, die weer het onzichtbare in de materie is. Deze laatste onzichtbaarheid werd via Einsteins E=mc2 een wetenschappelijk gegeven en daarmee transparant. Op het onzichtbare gerepresenteerd door structuur heeft de wetenschap geen vat en zij zal dat ook nooit kunnen krijgen: structuur behelst het mysterie van het absoluut onwaarneembare. Logisch dus dat het begrip ‘structurele astrologie’ nogal wat misverstanden kan oproepen. De beste ingang om dit te voorkomen is de vergelijking tussen structuur en systeem.  Systeem duidt een horizontale splitsing in delen aan, structuur een verticale splitsing en daarmee een hiërarchie; men kan systematisch een volgorde aanbrengen en in vergelijking daarmee gaat het bij structuur om een rangorde. Pas als een systeem compleet wordt, kan het in alle evidentie het structuurprincipe weerspiegelen, overigens zonder dat dit principe ooit direct zichtbaar wordt of wetenschappelijk grijpbaar - een natuurlijke zaak, want wat evident is, hoeft niet bewezen te worden.  Dan verschijnt er onmiddellijk een rangorde of hiërarchie, waarin de hogere orde steeds alle lagere omvat.

 

          De astronomie bleef incompleet totdat Kepler ontdekte dat de banen van hemellichamen geen cirkels beschreven doch ellipsen; de astrologie bleef incompleet totdat Néroman, op basis van Keplers ontdekking, de zwarte lichten introduceerde. Voordien gaapte er in die laatste discipline een kloof tussen enerzijds stoffelijke hemellichamen (posities) en anderzijds de onstoffelijke as van de maansknopen (snijlijn). Om de maansknopen kon men moeilijk heen want zij zijn de veroorzakers van de al sinds mensenheugenis waargenomen zon- en maaneclipsen. Maar wat de hiërarchische ordening aangaat - posities, banen, snijlijnen van banen -, ontbrak de middelste factor, vandaar dat er nauwelijks gerichte duiding kon worden gegeven van de betekenis en de effecten van de knopen-as in de horoscoop. Uit het kielzog van het ‘eerherstel van de banen’ doemde al snel de natuurlijkje verdubbeling van de knopen-as op; de solaire noorderknoop en de lunaire zuiderknoop - tegengestelde affiniteiten - dienden te worden gecompleteerd, want de zwarte lichten ontbraken in  het spel van de knopen. De punten van uiterste afstand tussen Maan en ecliptica, evenals de zwarte lichten extremiteiten, vertonen alleen al daarom affiniteit met deze lichten. De Zwarte Maan plooit duidelijk met de Draak (maximale noorderbreedte), de Zwarte Zon met het Beest (maximale zuiderbreedte). Deze uitbreiding levert een weerspiegeling op van de onmogelijkheid de vier lichten rechtstreeks tot eenheid te smeden.

 

         De introductie van de zwarte lichten en het uitbreiden van de knopen-as tot knopenkruis - samen het structurele niveau in de astrologie - vormen dus niet alleen een toevoeging maar veroorzaken dat de astrologie in haar geheel wordt gestructureerd. In die nieuwe rangorde ontstaat, naast het hiërarchische verschil tussen witte lichten (posities) en zwarte lichten (banen), onmiddellijk ook een splitsing tussen het niveau van de witte lichten (Zon en Maan) enerzijds en de planeten anderzijds. Ook voordien hadden astrologen deze splitsing al kunnen zien: de Zon als centrum van het planetaire veld en de Maan als verzamelaar van alle effecten in dit veld - daarin verschillen zij duidelijk van de planeten.

          Een en ander kwam echter pas breed in beeld via de ZwarteMaan-as (grote as van de maanellips, die deze baan vertegenwoordigt) en de ZwarteZon-as (grote as van de zonellips als vertegenwoordiger daarvan). Zon en Maan hebben via deze assen een directe ingang naar het niveau van de structuur en, zij het ritmisch en kortstondig, zelfs naar het meest abstracte deel van dat niveau, dat van de knopen-as (snijlijn van banen), namelijk via de eclipsen: nieuwe en volle manen in conjunctie met deze as. Ook inzake die ingangen is affiniteit de spil waar het om draait: er is affiniteit tussen Maan en Priapus, gewenste aanpassing tegenover te snel veroverde aanpassing om te kunnen overleven. En hetzelfde is het geval tussen Diamant en Zon: beter verenigde eenheid (Diamant) kan alleen ontstaan als er al een model van het eenheidsprincipe manifest is. Kortgezegd: het solaire ego functioneert als voorstadium van het transcendentale Ik of, in vagere formulering, het Zelf.

 

          Het bovenstaande demonstreert dat de zwarte lichten, hoewel hun ontdekking de structurele astrologie eigenlijk pas mogelijk heeft gemaakt, toch slechts onderdeel zijn van de structurele astrologie, zoals door het verschijnen van de mens een wereld die er al was, veranderde in de wereld van de mens, waar hij desondanks slechts onderdeel van bleef, al denkt het merendeel van de huidige wetenschappers daar, in de waanzin van de hoogmoed, heel anders over.

 

           Zodra structuur, als mysterieuze verborgene in de energie, is toegevoegd aan de voordien gehanteerde quasi-totaliteit van energie en vorm, komt de hele horoscoopduiding in een structureel licht te staan. Sterktebepaling is een goed voorbeeld daarvan en kan, naast de kosmische assen, worden beschouwd als een tweede structuurgegeven. Via sterktebepaling ontstaan, maar dan op het vlak van de lotsbestemming, ook niveauverschillen en ook hierbij speelt affiniteit een hoofdrol. Mars bijvoorbeeld heeft affiniteit met zowel het teken Ram als het eerste huis, die ook onderling affiniteit hebben. Maar er zijn veel meer vormen van affiniteit, onder meer de cyclische positieverbanden, recepties die een aspect kunnen bekrachtigen, of een planeet heersend over het zesde huis die zich in het zesde teken, Maagd, bevindt - een dieptebekrachtiging. Bekrachtiging is in dit opzicht het kernwoord en bekrachtiging van de ene factor leidt nu eenmaal tot terugdringing van andere factoren: niet alles kan tegelijkertijd voor het voetlicht treden. Een dominante Mars bijvoorbeeld verzwakt in de constellatie altijd de invloed van zijn tegenpool, Venus, of zij nu wat sterker of wat zwakker staat. Maar ook voor de progressieve astrologie heeft een en ander consequenties. Neem bijvoorbeeld de trage planeten, Jupiter tot en met Pluto, dan is eenvoudig vast te stellen hoeveel graden hun secondaire bereik bedraagt in tachtig levensjaren. Dit bereik kan van horoscoop tot horoscoop nogal verschillen,  met name voor Jupiter en Saturnus. Maar de omvang van het bereik is niet de enige factor die telt; een trage Jupiter kan ondanks een klein bereik, dat altijd ontstaat als er richtingverandering in het spel is, vanuit de betreffende graden in die tachtig jaar juist veel aspecten maken en die aspecten hebben bovendien een hogere intensiteit juist doordat de planeet in kwestie trager loopt. Structuur werkt in alle gevallen dus uit in een hiërarchie op basis van sterkte. Vanuit deze invalshoek neemt het aantal verschillen tussen de factoren van een horoscoopconstellatie enorm toe, wat in lijn is met de eindeloze variatie tussen individuen.